Geplaatst in Liefde. Veel liefde, Pieken en dalen

Ik kom terug

 

Ik heb een bipolaire stoornis. Dat betekent dat de pieken en dalen in mijn leven wat heftiger kunnen voelen dan bij ‘normale’ mensen. Ik kan door het dolle zijn op een mooie lentedag. Dat het langer licht is. Dat de vogels fluiten. Ik kan in een diep dal zitten zodra de dagen korter worden, de dagen donkerder voelen en het leven zwaar. En ik dacht dat ik het had uitgevonden. Met het schrijven van Koosje had ik de handleiding voor een goed leven voor de bipolair. Zo’n enorme dip of hysterische hoogte zou mij niet meer overkomen. Ik zou gewoon normaal doen. Een normaal leven leiden, zoals iedereen. In mijn geval betekende dat dat ik acuut stopte met alcohol drinken, geregeld zou sporten, mijn medicatie zou nemen en zou zorgen voor voldoende slaap. Ik zou een geregeld en behoorlijk saai leven leiden, zodat de bipolaire stoornis geen grip meer op mij zou krijgen. Dat ging tien jaar lang best goed.

Totdat ik op een dag op mijn werk verscheen met tranen achter mijn ogen. Die ochtend had ik mezelf uit bed geschopt, mijn leukste kleren aan getrokken en mijn man en kinderen geknuffeld. En toch voelde mijn leven als een zware, donkere deken. Een berg hopeloze ellende waar ik niet meer doorheen kwam. Ik meldde me ziek op mijn werk en belde mijn man. In tranen. Want het ging niet meer. Hij liet alles uit zijn handen vallen en kwam.

Sinds een aantal weken ben ik nauwelijks online. Ik richt me op mijn gezin en andere dierbaren om weer uit dit diepe dal te krabbelen. De geest is onnavolgbaar. Ik heb een fijn leven. Een huis, een lief, twee kinderen die mijn hart doen smelten. En toch voelde het elke ochtend alsof ik wakker werd in een wereld van paniek. Want ik kon het niet meer. Leven. Dingen die altijd vanzelfsprekend leken, werden grote, angstaanjagende obstakels. De computer aanzetten. Mail beantwoorden. Een feestje organiseren voor een jarig kind. Het kon niet meer. Wat ik wel kon, was huilen.

Het gaat nu beter met mij. Ik draag weer iets anders dan mijn spijkerbroek en donkerbruine vest. Ik kom weer buiten. Ik fiets. Ik neem mijn telefoon op en schrijf vandaag weer voor het eerst een blog. Ik neem elke avond een handvol medicatie. En het gaat beter. Echt. Ik huil niet meer. Zelfs niet op een uiterst verdrietig moment afgelopen week waarop een goede vriendin afscheid nam van haar lieve moeder. Ik voelde me afgevlakt en toch verdrietig. De keerzijde van antidepressiva.

Misschien heeft u mij gemist. Misschien ook niet. Ik u wel. En ik garandeer u dat ik weer terugkom. Hoe dan ook.

Auteur:

Aefke ten Hagen (1975) is getrouwd met een man en moeder van twee leuke, schoolgaande jongens. Ze leest graag en veel. Op 22 november, de Dag van het KOPP-kind, kwam haar eerste kinderboek uit. ´Mijn moeder kookt soep van tafelpoten´. In oktober verschijnt: 'Je gaat toch geen gekke dingen doen?'

4 gedachten over “Ik kom terug

Plaats een reactie