Geplaatst in Mijn moeder kookt soep van tafelpoten

Interview in VRIJ

Mama is leuk, lief en anders

Aefke Ten Hagen:

’Iedereen was voorbereid op een manie, depressie of psychose maar ik was een doodgewone dolgelukkige moeder. Heel blij maar niet gek’

We worden – als het goed is – gevormd, gevoed en gesteund door onze familie en directe omgeving. Lichamelijk, geestelijk en spiritueel. Journalist Nancy Ubert verdiept zich voor de serie ’Wij zijn zo’ in het gezinsleven en spreekt met uiteenlopende mensen over familie en alles wat daarbij past.

Tekst en foto: Nancy Ubert

Haar bipolaire stoornis heeft ze van geen vreemde. ,,Mijn vader heeft ook last van extreme pieken. Of hij dacht de hele wereld aan te kunnen of hij had last van een ernstige depressie. Het kleurde mijn jeugd.’’ Ondanks die ervaring hebben schrijfster Aefke Ten Hagen en haar man Tijmen bewust voor kinderen gekozen. ,,Het verschil is dat er bij ons in huis gewoon over mijn ziekte gesproken mag worden.’’

Laatst waren haar zoons – Tijl van zes en Bo van vier – flink aan het klieren. Aefke gaf ze een reprimande en sommeerde dat ze nu echt naar school moesten. ,,Hoorde ik mijn oudste zeggen ’Mama heeft een bipolaire stoornis, dan krijg je dat’. Natuurlijk speelde mijn ziekte op dat moment totaal geen rol. De opmerking vond ik prachtig. Mijn kinderen mogen erover praten. Met wie ze willen. Ik denk dat die openheid zorgt voor veiligheid. Dat was bij ons thuis – ik heb nog twee broers en zus – wel anders. Je hangt je vuile was niet buiten, was het motto. Mijn moeder heeft een zwaar leven gehad. Het onvoorspelbare gedrag van mijn vader drukte een grote stempel op het gezinsleven. Vroeger sprak de psych met de patiënt maar niet met de rest van de familie. Ook dat is tegenwoordig gelukkig heel anders.’’

,,Het was bij ons thuis allemaal zo ingewikkeld. Mijn man Tijmen komt uit een heerlijk warm nest. Ik ken geen harmonieuzer familie dan die van hem. Dat doet mij heel goed. Ik voel me veilig bij mijn mans familie. Tijmen en ik verschillen van enorm van elkaar. Hij is een rustige, gestructureerde man. Maar ik ben op sociaal gebied veel actiever. Hij trapt op de rem als ik dat nodig heb en ik trap hem uit huis als ik vind dat hij weer eens wat leuks moet gaat doen met zijn vrienden. Dat waardeert hij in me.’’

Gillend weglopen

,,We kenden elkaar twee jaar toen bij mij een bipolaire stoornis werd vastgesteld. We zijn nu vijftien jaar samen. Hij had natuurlijk meteen gillend moeten weglopen na die diagnose maar dat deed hij niet. Gelukkig maar. We horen bij elkaar. Ik kan me niet voorstellen dat we ooit scheiden. Dat zou ik trouwens ook vreselijk voor de kinderen vinden, hij is hun rots in de branding.’’

,,Afgelopen zomer maakte ik een manische periode door. De kinderen vonden dat ergens wel leuk. ’Mogen we nog een ijsje?’ ’Natuurlijk jongens’. Ik had geen rem meer. Zo bleef ik maar kopen. ’En nu haal je die Zalando app van je telefoon af’, besliste Tijmen voor me. Daar schrok ik behoorlijk van. Met die keer dat ik tot drie uur ’s nachts aan de boemel ging met collega’s, was mijn echtgenoot ook niet zo blij. Ik had niks van me laten horen en was verbaasd dat hij met een lijkbleek, getergd gezicht op me zat te wachten. Als ik anderen over mijn gekke gedrag vertel, klinkt het best humoristisch maar de bittere waarheid is dat ik in zo’n manische of zo’n depressieve periode gewoon hartstikke ziek ben. Tijmen schiet dan meteen in een overlevingsstand. Gelukkig kunnen we er beiden goed over praten. En heb ik mijn ziekte redelijk onder controle. Ook omdat ik mezelf gezonde leefgewoonten heb aangeleerd. Ik ben gestopt met het drinken van alcohol, ik sport regelmatig, zorg dat ik op tijd naar bed ga en eet gezond. Waarschijnlijk heeft dat ook geholpen dat ik tien jaar achter elkaar stabiel ben gebleven.’’

,,De kinderen hebben nu een keer een manie en een depressie meegemaakt. In die donkere periode, twee jaar geleden, kwamen mijn schoonouders me helpen met de kinderen. Ik was zo ernstig depressief dat ik niet meer voor de jongens kon zorgen. Dat vond ik zo erg. Mij schoonouders waren heel goed en lief voor me. ’Het komt weer goed’, zeiden ze. Ik kon dat op dat moment niet echt geloven. Een depressie is zo verschrikkelijk naar. En de dagen kruipen voorbij. Opmerkingen als ’Geef je zelf een schop onder de kont’ zijn de oplossing niet. Ik kreeg medicatie maar het heeft bij elkaar toch nog zes weken geduurd.’’

Plan

,,Ik werk nu, samen met mijn psycholoog aan een plan om te voorkomen dat ik te hoog of te diep ga. Zo’n manische of depressieve periode ontstaat niet van de een op de andere dag. Voortaan wordt er eerder ingegrepen.’’

,,Er is nog nooit iemand geweest die aan mij gevraagd heeft: ’Waarom heb je voor kinderen gekozen’. Op een kennis die bewust kinderloos is, na. Het was een oerdrang. Ik wilde zo graag moeder worden. We hebben lang op ze moeten wachten dus ik durf wel te stellen dat het een weloverwogen stap is geweest, een superbewuste keuze. Ik was ook alleen maar gelukkig na de bevallingen. Iedereen was voorbereid op een manie, depressie of psychose maar ik was een doodgewone dolgelukkige moeder. Heel blij maar niet gek. Zorgen voor een kind is heel aards. De verantwoordelijkheid houd je op de been en geeft je de moed en kracht om door te gaan.’’

Stabiele genen

Naar schatting kampen een kleine 100.000 mensen in ons land met een bipolaire stoornis. Over de aandoening is nog (te) weinig bekend. Wel staat vast dat erfelijkheid een rol kan spelen. ,,Ik denk niet dat Tijl en Bo de ziekte hebben meegekregen. De stabiele genen van Tijmen overheersen. ’Dit is een gewoon leuk jongetje’, zei de consultatiebureauarts over Tijl. Een belangrijke bevestiging van dat wat ik zelf diep in mijn hart al wist.’’

Aefke (44) werkt vier dagen in de week als communicatieadviseur bij een instelling voor Geestelijke Gezondheidszorg. ,,Aanvankelijk heb ik niets over mijn situatie verteld. Terwijl een organisatie als deze er natuurlijk juist voor openstaat. Inmiddels weet mijn werkgever het wel en dat is alleen maar fijn.

Aefke schrijft ook boeken. ’Mijn moeder kookt soep van tafelpoten’ verschijnt in november bij de Alkmaarse uitgeverij Kluitman. In dit jeugdboek lees je dat Fiep het er best moeilijk mee heeft dat haar moeder een bipolaire stoornis heeft, maar moeilijk mee. Terwijl er in haar eigen leven allerlei spannende dingen gebeuren maakt ze zich zorgen over wat er thuis aan de hand is. De ene dag brengt moeder haar in een elfenjurk naar school en op andere momenten is mama juist erg verdrietig. Dit maakt het leven voor Fiep behoorlijk ingewikkeld. ,,Het boek verschijnt op 22 november, dat is de dag van het kopp-kind. Kopp staat voor ‘Kinderen van Ouders met Psychische Problemen’. Door de situatie waarin ze opgroeien, kunnen deze kinderen behoorlijk in de knel komen te zitten. Vandaar ook dit nieuwe boek. Het thema moet bespreek zijn. Ik heb eerder boeken over bipolaire stoornis geschreven. Onder pseudoniem, ik was er nog niet aan toe om echt met mijn verhaal naar buiten te komen. Dat ik me niet langer verstop komt door mijn jongens. Ik wil ze leren dat ze zich best voor me mogen schamen als ik uit de bocht vlieg maar dat mijn ziekte geen geheim hoeft te blijven.’’

 

’Mijn moeder kookt soep van tafelpoten’

Bij de Alkmaarse uitgeverij Kluitman verschijnt op 22 november ’Mijn moeder kookt soep van tafelpoten’. In dit jeugdboek vertelt Aefke ten Hagen het verhaal van de elfjarige Fiep die opgroeit met een moeder met een bipolaire stoornis. ,,Ik heb gemerkt dat er niet veel echte kinderboeken zijn over dit onderwerp. Een bipolaire stoornis is niet alleen vervelend voor de zieke maar ook vooral voor zijn of haar omgeving.’’ Met het boek wil Aefke het onderwerp bespreekbaar maken voor kinderen en ouders die hiermee worstelen.