Geplaatst in Pieken en dalen

Pseudoniet

Paaspillen

‘Ik denk toch dat het bipolair is. Jij?’

Dit was de eerste zin van het verhaal waarmee ik succes had als Carice de Wildt. Ik kreeg een mooie geldprijs en inhoudelijke erkenning. Dat laatste vond ik het mooist. Erkenning voor mijn schrijven en de waardering voor mijn openheid. Mensen vonden het moedig dat ik durfde te schrijven. Bovendien kon ik anderen helpen. Nadat een moeder van een 16-jarig meisje Koosje had gelezen, zei ze: ‘Bedankt. We weten nu wat het is. We gaan hulp zoeken’.
Mijn missie was geslaagd.

Want dat was mijn taboek. Koosje. Daarmee zou ik, met oneindig veel hulp van enthousiaste mensen die vonden dat ik geweldig schreef, een taboe doorbreken. Het voelde dubbel. Ik verschool me achter mijn pseudoniem. En dat bleef ik doen. Niet alleen met Koosje, maar ook in columns die ik schreef. En het had tijd nodig. Het was lang niet altijd relevant om te vertellen dat ik een bipolaire stoornis heb. Dat kwam wel aan de orde als het echt moet. Daarover kunt u ook alles lezen in het prachtige boek, Werken als een gek van Marieke Sweens. Veel mensen pakken het zo aan. Als het niet ter sprake komt, zeg ik niets. Bovendien vind ik het absoluut niet nodig om overal om te piepen. Zo ben ik ook opgevoed. Doe maar normaal. Dan doe je al…

Gek genoeg ben ik van de een op andere dag klaar met mijn pseudoniem. Ik ben Aefke. Gewoon Aefke. En niemand hoeft op een bijzondere manier rekening met mij te houden. Natuurlijk is het fijn als mensen begrip hebben als ik een keer hondsberoerd en vinnig ben doordat mijn medicatie is aangepast. Het is fijn als mensen niet teveel vragen als ik een rukdag heb en het liefst niet meer op de wereld zou willen rondlopen. Het is fijn als vrienden een beetje meedenken en me feedback geven. Mijn man ziet me te vaak, die ziet het niet meteen als ik hyper word of depressief.

Een bipolaire stoornis is vervelend. Soms ook voor een werkgever. Soms ook juist niet. Mocht ik hierdoor toch een opdracht of een baan mislopen, dan is dat jammer. Voor die werkgever dan. Want ik ben hartstikke goed in mijn werk en bovendien een enorm leuke collega.
Ik ben overigens absoluut niet op zoek naar iets anders. Ik ben blij zo. Niet te blij hoor. Bent u gek. Ik ben blij met de boeiende saaiheid van mijn bestaan.

Dag Carice! Bedankt voor alles! 

Ik wens u alvast fijne Paazdagen.