Geplaatst in Geen categorie

Mijn kleine, schreeuwende prins op het playmobilpaard

Dadels en appeltaart

‘Dawul! Dawul!’
Jongste zoon Bo eet het liefst alleen dadels. Voor tomaatjes haalt hij zijn kleine neusje op. Hij gooit deze dan ook linea recta met volle kracht tegen het raam. Of hij knijpt het kleine, rode ding te pletter in zijn vuistje. Kaas lust hij ook wel. Met een zuinig mondje laat hij het voedingsmiddel langs zijn tong glijden. Hij heeft het liefst kaas van de kaasboer. Van de supermarkt belieft meneer niet. Dat is plastic.
Maar dawuls zijn helemaal zijn ding. Appeltaart gaat er overigens ook prima in. Met een feestje weet hij me snel te vinden als hij ziet dat ik een stuk appeltaart op mijn bordje heb liggen.
‘Mammaaaa! Mammaaaaaa!’, roept hij dan enthousiast. Zijn mondje gaat alvast open zodat hij de heerlijke zoetheid kan ontvangen.
Als het niet zo gaat zoals hij bedacht had, gooit hij zijn lieve lijfje achterover en is er geen land meer mee te bezeilen. Of hij kruipt op een razend tempo weg en laat nooit meer van zich horen. Hij laat zijn kleine stemmetje wel prima horen als de pot met dadels op het keukenkastje blijft staan. Of als hij een schone luier moet. Of tanden mag poetsen.
‘Bo is net een prins’, zei ik laatst tegen Tijl. ‘Hij zou het liefst hele dagen dadels eten in een kasteel’. Tijl kon een kwartier niet praten. Zo hard lachte hij.
Bo is inderdaad geen gewoon jongetje. Hij is een prinsje. Een mannetje van (d)adel dat iedereen om zijn kleine vingertje windt. En hij is mijn prinsje.

Mijn kleine, schreeuwende prins. Op het playmobilpaard.

 

 

Geplaatst in Geen categorie

Gebruik je verstand! 

  Mijn moeder zei altijd dat ik mijn verstand moest gebruiken. Dat vond ik niet altijd even makkelijk. Ik ben een wandelend gevoelsapparaat. Bovendien zijn gedachten van mensen gebaseerd op gevoel. Daar ben ik van overtuigd. 

Nu zoekt de hersenbank hersendonoren. Ik vind dat nogal wat. Je hersenen doneren. Je hoofd. Je gedachten. Maar het is voor een bijzonder goed doel.

Ik moet mijn verstand gebruiken. Wellicht is het zinvol om mijn hersenen aan de wetenschap over te laten. Niets zo belangrijk als wetenschappelijk onderzoek.

Wat zou u doen? 

Geplaatst in Geen categorie

In haar schoenen 

Van een vriendin kreeg ik laarzen. Peperdure, prachtige laarzen die haar door de zwangerschap te klein waren geworden.’Doe  je die zomaar weg?’, schrok haar vriend.

‘Ja’, zei ze kort.

Inmiddels loop ik al lang op deze laarzen. Ik krijg complimenten van wildvreemden. Niet over mijn kwaliteiten of karakter. Nee, over de dure laarzen die ik van mijn vriendin kreeg.

Ik sta vaak in de schoenen van mijn vriendin. Soms waan ik me net zo sterk en krachtig. Stabiel en georganiseerd. Ik ken niemand die zoveel humor heeft als zij en zo krachtig is. Als ik haar laarzen draag, ben ik nog steeds Aefke. En dat is mooi. Het is fijn om mezelf te zijn. Maar het is net zo fijn om een vriendin te hebben zoals zij.

Niet dat ik verliefd op haar ben. Bent u gek zeg. Ik hou gewoon van haar.

Geplaatst in Geen categorie

‘Geef maar een handje’

Verlegen beschaefde peuter

Stel je voor. Je bent net aan het telefoneren, een blog schrijven of iets anders waar je je concentratie voor nodig hebt. Ineens tikt iemand op je schouder, roept van allerlei dingen die je niet meteen in de context kunt plaatsen en pakt je hand.

Ik zou dan denken: ‘WTF! Laat mijn hand los!’
Ik zou me omdraaien en geïrriteerd verder gaan met waar ik mee bezig was.

Afgelopen weekend was mijn peuter auto’s op een rij aan het zetten op de bank bij zijn opa. Er kwamen wildvreemde mensen binnen. Die mensen hielden van kinderen. Dat zag je zo. De bejaarde – superlieve – dame, wilde mijn zoon graag een hand geven.
‘Geef maar een handje! Toe maar hoor! Geef maar een handje!’
Mijn zoon wou dat niet. Hij draaide zich geïrriteerd om en ging verder met zijn file. Ze bleef nog even proberen, maar het was duidelijk dat mijn zoon daar het nut absoluut niet van in zag.

Vaak vinden we dat onbeschaefd, ongehoord en dat de moeder daar dan maar wat aan moet doen. Ik heb een poging gedaan, dat geef ik eerlijk toe.
‘Een high five dan?’probeerde ik.
Ook niet. Toen heb ik het gelaten.

Verlegen, sociaal angstig, high sensitive, nieuwetijdskind. ADD of autistisch.
Geef het maar een naam.
Dat hebben we gedaan. We hebben er destijds lang over nagedacht. We weten het zeker.

Hij heet Tijl.

 

Geplaatst in Geen categorie

Die man op zich. Die mis je niet.

Beschaefd slapen

Laatst ving ik een gesprek op. Het waren beschaefde, vriendelijke vrouwen die met elkaar converseerden over het missen van hun man.

‘Nou ik dacht eerst… ik zal hem wel missen hoor. Ruim een week. Maar ik vind het heerlijk’.
‘Echt waar?’
De vrouw buigt zich even voorover en spreidt haar armen.
‘Heer-lijk’. Ze spreekt de twee lettergrepen nadrukkelijk uit.
‘Ik kan ’s avonds gewoon doen wat ik wil, zonder dat ik de hele tijd ergens naar moet kijken, of ergens iets over moet zeggen’.
De andere vrouw knikt. Zij vindt het waarschijnlijk ook heerlijk als haar man weg is.
‘En ik dacht altijd dat hij best netjes was. Maar nu hij er niet is, is het huis veel opgeruimder’.
‘O ja, die mannen maken er echt een bende van’.
‘En het slaapt ook zo lekker rustig’.
‘Maar ’s ochtends is het toch wel meer gedoe? Met de kinderen?’
‘Ja, dan zou het wel handig zijn als hij er zou zijn. Dan kun je het verdelen’.
Ze zwijgen even voor de slotconclusie komt.

‘Maar die man op zich… Nee. Die mis je niet’.

 

Geplaatst in Geen categorie

Het is je moeder

Oma

Vandaag zag ik mijn moeder. Dat vond ik fijn, maar de gelegenheid was verdrietig. Op een bepaald moment kom je familieleden vooral tegen op begrafenissen. Dan deel je verdriet. Ook als iemand
een mooie leeftijd heeft behaald en een rijk leven had.

Met mijn moeder wandelde ik. Voetje voor voetje over de begraafplaats. In een zwijgzame rij met mensen. Het was doodstil, ijskoud en miezerde zacht. Ik had koude vingers en miste mijn warme handschoenen. Intussen las ik de ondersteunende teksten op stenen van overledenen. Ze hadden bijna allemaal dezelfde boodschap. Wees blij dat iemand heeft geleefd. Wees dankbaar. Treur niet. Kijk terug op de mooie momenten die je met de overledene hebt gehad. Misschien heeft iemand een zachte dood gehad. En dat is mooi. Zo’n warm afscheid. Ik gun het iedereen.

Hoe oud iemand ook wordt. Hoe liefdevol je samen hebt geleefd. Dat grijze, kleine omaatje. Dat was wel je moeder. Zij heeft jou met veel pijn op de wereld gezet. Dag en nacht verzorgd. Liefgehad. Gestraft en geknuffeld. Ze was er altijd. Ook als je haar heel hard in haar buik schopte omdat je geen schone luier aan wilde. Toen je ouder was, was je ook al niet altijd even lief voor je moeder. Je schaamde je voor haar als ze gek deed in het bijzijn van je vrienden. Toen je nog ouder werd, realiseerde je je dat je moeder eigenlijk wel altijd voor je klaarstond. Misschien voel je je schuldig, omdat je dat niet altijd hebt gezegd. Waarschijnlijk zal je moeder haar ogen sluiten en haar hoofd schudden. ‘Nee hoor kind. Dat hoeft niet’.

Wees niet alleen maar dankbaar en tevreden. Ook al wordt je moeder stokoud, heeft ze een bloemrijk en liefdevol leven gehad en heeft ze zelf gezegd dat het goed was. Je mist haar. En dat voelt verdrietig. Daar mag je om huilen. Zo hard als je kan. Zo vaak als je wilt.
Het is je moeder.

Geplaatst in Geen categorie

Ik snauw van jou

 
De mensen zeiden best leuke dingen over mijn pony. Ze zeiden het op Facebook of in het echt. Mijn zoon vond het niet mooi en dat is prima.

Toch is het leuk om fijne reacties te krijgen. Al zeggen we stoer dat het ons niet uitmaakt. Het maakt wel uit. Iedereen is immers op zoek naar erkenning. Iedereen vindt het fijn om te horen dat hij iets goed doet. Erkenning geeft jouw leven zin. Het geeft je bestaansrecht. Voor de een is het belangrijk om het huis altijd spik en span te hebben. Iemand anders wil gewaardeerd worden op zijn zangkwaliteiten en weer een ander wil geprezen worden om zijn sociale vaardigheden. Complimenten zijn fijn en likes leuk. 

Ooit interviewde ik Hanna Bervoets toen ze Of hoe waarom net had uitgebracht. Ze googelde zichzelf geregeld. Op zoek naar feedback van het publiek. ‘Maar dat doe ik nu niet meer’, zei ze resoluut. 

Ik begreep haar niet meteen. Ze had goede recensies. De mensen vonden haar leuk, getalenteerd en creatief. ‘Maar een sneer blijft langer hangen dan een compliment’, zei ze. 

Helaas hebben mensen een aangeboren neiging om te focussen op het negatieve. We hebben ingebouwde voelsprieten voor gevaar. Daarom een oproep aan de mensen: stop met sneren! We worden er ongelukkig en verdrietig van. Zowel online als in real life. Zeg iets leuks en houd anders je mond. Kijk eerst eens naar jezelf voordat degene waar je het meest van houdt weer een snauw te pakken heeft. 

En bovenal: blijf beschaefd. Ik wens u, maar mezelf niet minder, een beschaefd weekend toe. 

Geplaatst in Geen categorie

Kijk haar dan. Gek.

Kijk haar dan. Gek.

Tijl vond mijn nieuwe kapsel niet mooi.
‘Je haar is gek, mama’.
Hij heeft gelijk. En niet alleen mijn haar is gek.
Een tijdje terug had ik bijvoorbeeld brainshocks. Gewoon (of, nou ja) van die schokjes die door je hersenen wandelen. Ik was misselijk alsof ik in de eerste drie maanden van een zwangerschap zat, had een soort van paniekaanval en had het idee dat het nooit meer over zou gaan. Ik was aan het afbouwen met venlafaxine en dat duurde nogal. Mijn arts dacht dat ik na de geboorte van Bo wel een extraatje kon gebruiken en daar was ik het mee eens. Nu mocht het er wel weer af. Vond ik. En ja, ik overleg altijd eerst met mijn arts. Zij vond het ook.
Tussen de shocks door googelde ik even. Tja, het was gewoon heel normaal. Als je stopt met venlafaxine, heb je daar even flink last van. Een feest van herkenning. Fijne feestdagen ook.

Een bijkomend voordeel van deze stopactie was dat ik van de een op andere dag niet meer taalde naar zoet. Tijdens venlafaxine had ik niet eens zin om te snoepen, nee. Het voelde gewoon afschuwelijk als ik het niet deed. Het was een soort van opluchting dat ik weer een spekje in mijn mond kon stoppen. En natuurlijk, elk pondje… u kent het wel. Maar dit spul werkt gewoon een suikerverslaving in de hand. En was ik daar goed over voorgelicht? Mwah.

Ik schrijf niet meer onder een pseudoniem. Ik ben gewoon Aefke en ik gebruik chemische middelen om mijn bipolaire stoornis onder controle te houden. Ben ik dan nog wel mezelf? Ja hoor. Ik denk dat ik meer mezelf ben met een paar pilletjes, dan dat ik in een impuls een cabriolet koop of van ellende in een hoekje aan mijn net geknipte haar zit te trekken.

Daar zijn de meningen over verdeeld. En dat mag.
Maar ik ben blij dat ik weer alleen met mijn lithium ben.

 

 

 

Geplaatst in Geen categorie

Dan zeggen de mensen

‘Nee Tijl, we doen wel een broek aan. Anders kom je zo buiten en dan zeggen De Mensen…’
Dit verhaaltje vertel ik hem wel een paar keer per week. Dan zeggen de mensen. De ene keer gaat het over de bakker die het niet leuk zou vinden als mamma alle broden ‘zomaar mee naar huis zou nemen’. Of over de leidster van de opvang. Wat zou zij wel niet zeggen als kleine Tijl zonder jasje ten tonele verscheen?
De mensen. De mensen. Dan zeggen De Mensen.
Grappig dat ik hem zo opvoed, want als er iemand een moeder heeft die zich niet zoveel aantrekt van wat ‘De Mensen’ zeggen, is het Tijl wel. Nadat hij werd geboren, heb ik geprobeerd een soort ‘moederstijl’ qua kleding aan te houden. Ik kocht mooie, lange jassen, keurige bloesjes en nette schoenen. ‘Zo lijk ik toch net een moeder?’, vroeg ik mijn omgeving vaak. Want als ik in vodden bij het consultatiebureau zou verschijnen, zouden De Mensen vast zeggen: ‘Die moeder kan het niet aan! Laat haar kinderen maar uit huis halen’.
Dat wilde ik niet.
Zelf verbaas ik me geregeld over De Mensen. Zo hoor ik veel mensen met kinderen, klagen over dat er speelgoed in huis ligt. Ze vinden het niet mooi en het is een rommeltje. Dat vind ik gek. Dat is net alsof je een hond in huis neemt en vervolgens klaagt over dat je ‘m moet uitlaten.

Ons huis ziet er na Tijl en Bo zo uit. En dan heeft u de zolder, de tuin, de berging en de keuken nog niet gezien.

 

Toen ik zwanger was, kon ik niet wachten om traphekjes te laten monteren. Ik wilde meteen een maxicosi, een box en plastic speelgoed. Dat verantwoorde, houten speelgoed is het allemaal niet. Plastic speelgoed met veel lawaai. Dat vinden kinderen mooi. Dus moest dat er komen. We hebben nu een – weliswaar prachtige – brandweerwagen in huis. Zoon twee is dol op poppen, dus onder de kerstboom hebben we een kleine poppenhoek. We hebben herbruikbare stickers in de badkamer. Een vintage boxspeeltje in de woonkamer. Niet omdat Bo het nu zo fantastisch vindt, maar mama vind het echt niet leuk dat de box nu weg is. Weer een fase voorbij. En dan denk je… ja. Out of the box.

Ik ben blij met de plastic trein, de dozen vol duplo met schreeuwerige kleuren en onze ministadstuin die volledig is ingericht voor de kinderen. Misschien denken De Mensen… ‘Wat zijn die mensen toch veel met hun kinderen bezig. Wat een rommeltje. En al dat plastic speelgoed! Het is een schande’.
Dat klopt dan. Wij hebben kinderen met plastic speelgoed. En wij zijn door het dolle met die twee kleine apen. Dat mogen De Mensen best weten.