De mensen vroegen vooral vaak waarom ik nog geen kinderen had. Soms zeiden ze zelfs dat ik wel op mocht schieten. Ik was immers al in de dertig. Toen Tijl zich na een jaar of zes aandiende en even later Bo in aantocht was, waren de mensen tevreden. De mensen vragen nu eigenlijk nooit waar de derde blijft. We hebben er twee. We zijn ‘klaar’. Alsof je net de kamer gestofzuigd hebt. Dan ben je ook klaar en kun je over naar andere suffe taken waar je geen zin in hebt.
Vanavond zette ik de schoentjes van mijn twee bloedjes in de keuken en ineens voelde ik het weer. Er zou nog best een paar schoentjes bij in de keuken passen. Natuurlijk is het al druk. Twee van die kleine vlerken. En natuurlijk ben ik ook wel eens zwaar geïrriteerd. Als er eentje met vieze laarsjes door de keuken banjert. Als er weer pap in de gordijnen zit. Als ik een trap in mijn buik krijg omdat meneertje niet op de commode wenst te liggen.
Maar léuk dat ik het vind.
De bloedjes houden me in het hier en nu. Zorgen voor een kind is namelijk heel aards. Een kind hoeft niet te shoppen op Zalando. Een kind hoeft geen extra paar nieuwe schoenen of het meest trendy houten speelgoed. Een kind wil eten, slapen, drinken en spelen. Spelen met mama of papa. Bouwen met Duplo of met water spetteren in de gootsteen. Liedjes maken van onverstaanbare woorden.
Ik wil er nog wel een. Natuurlijk ben ik blij dat ze gezond zijn. Dat iemand van mijn leeftijd uiteindelijk toch nog maar liefst twéé gezonde kinderen mocht krijgen. Dat het goed met ze gaat. Dat het goed met óns gaat. Grenzeloos dankbaar ben ik.
Ik hoef niet nog per se een meisje. Natuurlijk zou ze welkom zijn. We zouden haar met open armen ontvangen. Op haar vierde verjaardag zou ze een handstand doen in het gras en dan zou ik zeggen dat ze dat al heel knap deed. Maar een derde jongetje zou ook zo gezellig zijn. Drie van die kleine vlerken. Knoeiend in de zandbak. Ruziënd over de grote politiewagen en mama moet weer komen want hij begon.
Maar er mist altijd een schoot voor één kind. Een paar extra warme armen en handen. Extra oren en extra tijd. Maar de rationele argumenten winnen het niet van mijn gevoel.
Dat betekent niet dat ik niet grenzeloos dankbaar ben. En het gaat nooit gebeuren, een derde kind. Dat vind ik beter dan goed. Ik ben blij en gelukkig. Maar de wens blijft. En ik heb besloten.
Dat mag er zijn.