Ineens hadden we ruzie. En niet zo’n beetje. Hij rende briesend door het huis, terwijl ik rustig probeerde te blijven. En dat was niet makkelijk. Ik vond hem namelijk zo onredelijk, zo egocentrisch en zo aanstellerig reageren dat ik de neiging moest onderdrukken het huis uit te lopen en de deur achter me dicht te slaan. Maar ik vond dat ik weer eens de verstandigste moest zijn.
Zoals altijd.
Hij wist niet wat hij wilde en voelde zich onbegrepen. Terwijl ik het nogal ergerlijk vond dat hij de ene keer het één en dan weer het andere vroeg. Op het moment dat hij op de grond lag te gillen, ging ik naar hem toe en probeerde ik hem gerust te stellen. Ja, hallo.
Hij is drie. Hij was moe en wilde niet douchen. Terwijl ik vond dat dat moest. Ik ben nu eenmaal zo’n rotmoeder.
Toen hij frisgedoucht op ons grote bed zat, met een dik en nieuw verhalenboek tussen ons in, zei hij het.
‘Mama, zijn we weer vriendjes?’
Er gebeurde iets rondom mijn hart.
‘Natuurlijk zijn we weer vriendjes lieverd. Zullen we de brandweermannetjes weer lezen?’
‘Ja maar. Ja maar mama…’
‘Ja schatje’.
‘Sorry. Sorry dat ik ruzie heb gemaakt.’
Hij keek me recht aan en mijn keel zat dicht.
‘Nu moet jij ook iets zeggen mama.’ Zijn gezicht kwam heel dicht bij dat van mij.
‘Het spijt mij ook. En ik vind het lief dat je dat zegt.’
Het lukte me iets te zeggen zonder een traan te plengen.
‘Kom mama. We gaan lezen.’
wat een leuke verhalen Aefke!
succes met je nieuwe fiets.
LikeLike