Geplaatst in De mensen

GEZOCHT: oma

Oma algemeen beschaefd nederlands

‘Mevrouw, kunt u mij helpen… Ik zat in een hoosbui… en ik miste de afslag…mijn TomTom ligt thuis en ik kom uit Brabant…Ik moet naar mijn dochter… Mag ik alstublieft even bellen…’
Aan mijn deur stond een verdwaalde mevrouw. Dapper vanuit Brabant vertrokken om haar dochter te bezoeken.
‘Komt u toch binnen’, zei ik. De wildvreemde dame welkom hetend in mijn rommelige keuken.
‘Dag jongelui’, begroette de oma mijn verbaasde zoontjes die van schrik niet meer met hun lunch durfden te gooien.
Ik gaf de dame een stoel, de telefoon en pakte bovenuit de keukenkast alvast een kopje en een schoteltje. Deze dame kon ik geen mok van Blond voorzetten. Toen ze haar kleindochter aan de telefoon had gehad, leek ze opgelucht.
‘Ze komt me halen’, lachte ze. Ik zette koffie terwijl de vrouwelijke vreemdeling een gesprek met mijn zoon aanging. Hij vertelde dat hij bij Ben had gelogeerd, de dame vroeg hem waarom hij geen melk lustte. Want dat was zo gezond. Ik had de dame blijkbaar een praatstoel gegeven, want ze kletste de volle drie kwartier rond. Ik vond het eigenlijk wel gezellig, dit onverwachte bezoek. Ze converseerde even later met mijn man over het mooie Brabant, de Efteling en haar man die in een verpleeghuis woont. Plotseling zag de dame haar kleindochter aan komen. Haar ogen straalden. ‘Dat is Nienke’, zei ze. ‘De schat’.
Ik deed de deur open voor haar kleindochter. De nieuwsgierige driejarige in mijn kielzog.
‘Hallo, ik kom oma ophalen’, zei ze en: ‘Ik vind het knap hoe je hier terecht bent gekomen’, nadat ze haar oma liefdevol gedag had gezegd.
De oma van het meisje nam uitgebreid afscheid van mijn twee kleine schatjes.
‘Reusachtig bedankt’, zei de dame. Ik glimlachte, omdat ik het verschrikkelijk graag gedaan had.
We zwaaiden haar uit. Net alsof het ook een klein beetje onze oma was.

 

Geplaatst in De mensen, lievelingskind, Wensen

‘En? Waar blijft de derde?’

Schoenen algemeen beschaefd nederlands

De mensen vroegen vooral vaak waarom ik nog geen kinderen had. Soms zeiden ze zelfs dat ik wel op mocht schieten. Ik was immers al in de dertig. Toen Tijl zich na een jaar of zes aandiende en even later Bo in aantocht was, waren de mensen tevreden. De mensen vragen nu eigenlijk nooit waar de derde blijft. We hebben er twee. We zijn ‘klaar’. Alsof je net de kamer gestofzuigd hebt. Dan ben je ook klaar en kun je over naar andere suffe taken waar je geen zin in hebt.
Vanavond zette ik de schoentjes van mijn twee bloedjes in de keuken en ineens voelde ik het weer. Er zou nog best een paar schoentjes bij in de keuken passen. Natuurlijk is het al druk. Twee van die kleine vlerken. En natuurlijk ben ik ook wel eens zwaar geïrriteerd. Als er eentje met vieze laarsjes door de keuken banjert. Als er weer pap in de gordijnen zit. Als ik een trap in mijn buik krijg omdat meneertje niet op de commode wenst te liggen.
Maar léuk dat ik het vind.
De bloedjes houden me in het hier en nu. Zorgen voor een kind is namelijk heel aards. Een kind hoeft niet te shoppen op Zalando. Een kind hoeft geen extra paar nieuwe schoenen of het meest trendy houten speelgoed. Een kind wil eten, slapen, drinken en spelen. Spelen met mama of papa. Bouwen met Duplo of met water spetteren in de gootsteen. Liedjes maken van onverstaanbare woorden.

img_2138

Ik wil er nog wel een. Natuurlijk ben ik blij dat ze gezond zijn. Dat iemand van mijn leeftijd uiteindelijk toch nog maar liefst twéé gezonde kinderen mocht krijgen. Dat het goed met ze gaat. Dat het goed met óns gaat. Grenzeloos dankbaar ben ik.
Ik hoef niet nog per se een meisje. Natuurlijk zou ze welkom zijn. We zouden haar met open armen ontvangen. Op haar vierde verjaardag zou ze een handstand doen in het gras en dan zou ik zeggen dat ze dat al heel knap deed. Maar een derde jongetje zou ook zo gezellig zijn. Drie van die kleine vlerken. Knoeiend in de zandbak. Ruziënd over de grote politiewagen en mama moet weer komen want hij begon.

Maar er mist altijd een schoot voor één kind. Een paar extra warme armen en handen. Extra oren en extra tijd. Maar de rationele argumenten winnen het niet van mijn gevoel.
Dat betekent niet dat ik niet grenzeloos dankbaar ben. En het gaat nooit gebeuren, een derde kind. Dat vind ik beter dan goed. Ik ben blij en gelukkig. Maar de wens blijft. En ik heb besloten.
Dat mag er zijn.

Geplaatst in De mensen

Heerlijk. Even geen kinderen

Relax

De mensen schrikken er zo van als iemand het benoemt.
‘Lekker. Even geen kinderen. Nu kunnen Johan en ik tenminste eindelijk even rustig de zolder opruimen’.
Anderen reageren dan geshockeerd. Prijs je eens gelukkig met je gezonde kinderen! Hoe durven de mensen zo te praten over hun bloedjes. ‘Lekker. Even geen kinderen’.

Maar nu even hypothetisch. Stel dat ik tijd voor mezelf heb. Dan wil ik wel even
– Mijn boek afschrijven
– Bloggen
– Een mooi boek lezen
– Een weekend weg met mijn leuke man
– Kletsen met vriendinnen
– Uren bijbeppen met mijn zusje aan de telefoon
– De kasten opruimen zonder dat er een peuter aan mijn been hangt
– Winkelen. Zowel on- als offline
– Een zakelijk gesprek aan de telefoon
– Etcetera Etcetera Etcetera

Ik heb lang moeten wachten op mijn kinderen. Ongeveer zes  jaar. Toen het eindelijk zover was, vond ik mijn zwangerschappen, vanwege medicatiegebruik en mijn leeftijd, hartstikke spannend. Nu heb ik twee bloedgezonde, prachtige kereltjes. En blij dat ik met ze ben!
Maar er zijn ook momenten waarop ik de gezamenlijke middagslaapjes zo mis. De uurtjes waarop ze allebei tegelijk in de bedstede lagen en dat moeke dan even snel door het huis kon. Even een vriendin bellen. Heel even zitten zonder continu alert te hoeven zijn.
‘Lekker’, dacht ik dan. ‘Even rust. Heel even de handen vrij’.

Dan voelde ik me niet schuldig. Elke ouder met (kleine) kinderen zou begrijpen dat het even lekker is dat die kleine schreeuwertjes in dromenland liggen. Maar vandaag zei ik het tegen een vriendin. En dát voelde even anders.
‘Oh, heerlijk. Je hebt geen kinderen dit weekend! Geniet ervan!’
Toen ik het eruit had geflapt schrok ik. Toen ging ik dingen zeggen die het alleen maar erger maakten.
‘Zullen we dat taboe gewoon eens doorbreken?’ zei een vriend die erbij was.
‘Laten we gewoon zeggen dat het af en toe heerlijk is om aan jezelf toe te komen!’
‘Inderdaad!’beaamde zij. ‘En laat die roze wolk ook maar weg. Het is eerder een donkerbruine kakwolk waar ik nu even niet in hoef te hangen.’

Mijn kroost ligt nu in bed.
Heerlijk.

Geplaatst in De mensen

Het DGN-dieët

Jonge kinderen zijn veel ongezonder dan hun ouders. Kinderen lopen bijvoorbeeld al snel het risico op een veel te hoog cholesterol of een torenhoge bloeddruk. Zo kopten de kranten gisteren. We zorgen steeds minder goed voor onszelf.Weet u wel hoe slecht dat is? En heeft u zelf enig idee hoe hoog uw cholesterol is?
Daarnaast was gisteren groot in het nieuws dat het wegbezuinigde bevolkingsonderzoek naar een erfelijk te hoog cholesterol weer op de politieke agenda moet. Mensen met die genetische afwijking weten niet dat ze een torenhoog cholesterol hebben. Zonder dat ze per se zakken chips en liters mayonaise naar binnen werken. Dat is gemeen en oneerlijk. En bovendien moet dat bevolkingsonderzoek terug, zodat mensen in elk geval wéten dat ze het hebben. 

Vroeger was alles beter. Zo zeggen de mensen vaak. De mensen kijken dan hoofdschuddend naar chips etende kinderen die met vette vingers op de iPad spelen. Vroeger was er nog geen iPad. Toen speelden we nog buiten. We hadden geen tablets en mobiele telefoon. Een zwart-wittelevisie hooguit. Geen wifi en bluetooth.
Vanochtend vroeg ik mijn grote liefde waarom hij dacht dat de mensen vroeger gezonder waren. Nu eten we immers chiazaad*, kokosvet en speltbrood. We passen de schijf van vijf aan en baden in gezondheidsadviezen en lifestylecoaches.
‘Vroeger waren er minder slechte dingen’, vond mijn liefde eenvoudig. ‘Mijn vader kreeg één koekje in de week en dat was het’.

Na de geboorte van mijn schatjes, ben ik nooit meer terug op mijn normale gewicht gekomen. Dit jaar wordt mijn kleinste schatje twee. Daarom heb ik bedacht dat het nu enorm klaar is met de glucosereserves op mijn buik en de kipfilets onder mijn armen. Dapper installeerde ik daarom vanmorgen de peperdure weegschaal die ik had gekocht. Deze confronteert me niet alleen met mijn gewicht, maar ook met mijn vetpercentage, BMI en visceraal vet.
‘O jee’, schrok ik. ‘Ik moet nu echt wat gaan doen. Ik zit qua BMI net op de vetrand, maar mijn vetpercentage…’
Er schoten diëten door mijn hoofd waarmee ik vandaag nog moest beginnen. Er moest even flink iets gebeuren.
‘Dat wist je toch’, zei mijn man terwijl hij de krant omsloeg. Hij haalde nog net zijn schouders niet op.

Om me heen zie ik veel mensen diëten. Veel mensen zijn niet eens te zwaar. Sterker: ze zijn prachtig. Slank, fit en mooi. En zoals altijd ga ik op het advies van mijn moeder af.
‘Aefke, doe maar gewoon normaal’.
Dat is namelijk het geheim van slanke mensen**. Doe Gewoon Normaal. Je kunt eten wat je wilt. Echt waar. Maar het ligt er ook wel een kléin beetje aan hoevéél je naar binnen werkt. En maak keuzes. Doe gewoon niet alles!
‘Als je wijn drinkt, neem dan niet óók een handje chips. Als je een keer een stukje taart neemt, drink er dan geen latte macchiato bij, maar gewone koffie. Doe Gewoon Normaal en met mate’.
Dieet bij blog beschaefd
Ik wil best een boek schrijven over het DGN-dieët. Dan geef ik mijn moeder een glanzende hoofdrol. Maar dan weet ik al wat ze zegt.
‘Aefke, doe maar gewoon normaal. Doe alles met mate. Dan komt het vanzelf goed’.
En laat ik dat nou eens het moeilijkste vinden dat er is. Als ik een glas chocolademelk heb gedronken, denk ik niet: ‘Lekker!’. Ik denk: ‘Shit! Maar ja. Nu kan er ook nog wel een Tony achteraan!’ Maar ik kom er wel. Ik ga een tijdje gewoon normaal proberen te doen. Mocht het echt niet lukken, kan ik altijd nog een tijdje alleen maar chiazaad gaan eten. Maar eerst even dit uitvogelen.

*’Chiazaad?’, schaterde mijn broertje ooit. ‘Ik bun gin vôgel!’
** Leuk!!

Geplaatst in De mensen

De mensen luisteren niet

Eigenlijk zijn er maar weinig mensen die écht luisteren. Naar mijn idee wachten mensen vaak in een gesprek op het moment waarop ze zelf kunnen gaan praten. En als De Mensen dan ook nog zeggen: ‘Ik luister wel hoor, ik kan precies herhalen wat je zei’. Dan weet je zeker dat iemand absoluut níet geluisterd heeft.

Laatst had ik een flinke discussie met iemand. Zij sprak op inhoudsniveau, terwijl ik moeite had met het proces. En dat luistert heel nauw. Want ik ben zo iemand die het proces een warm hart toedraagt. Vaak gaat het me niet eens per se om het resultaat, maar over hoe er wordt gecommuniceerd over een beslissing of een gebeurtenis. We kwamen in het gesprek geen spat dichter tot elkaar. Ik begreep inhoudelijk goed wat ze zei en ik merkte dat ze zichzelf vooral wilde verdedigen en uitleggen wat er was gebeurd. Nog steeds voelde ik me niet gehoord.

Later besprak ik het inhouds/procesverhaal met mijn man. Hij bekeek de casus met een kritisch oog en vond dat mijn gesprekspartner op één bepaald onderdeel een punt had. Verder was hij het met me eens dat het proces geen schoonheidsprijs verdiende en hij begreep mijn verbazing dat ik daar niet in gehoord werd. Ik was blij met deze spiegel, want het zorgde bij mij voor meer begrip. Blijkbaar voelden mijn gesprekspartner en ik ons allebei niet gehoord.

Echt luisteren

‘De Mensen om je heen zijn spiegels’, las ik laatst ergens. Dit betekent dat anderen delen van jezelf naar je terug reflecteren. De kwaliteiten die je het meest bewondert in anderen zijn eigenschappen die je zelf belangrijk vindt. Datzelfde geldt voor degenen waarvan je de kwaliteiten niet leuk vindt. Zaken die ik belangrijk vind en bij anderen bewonder, zijn bijvoorbeeld eigenheid en moed. Ik vind het moedig dat mijn gesprekspartner het gesprek aanging met iemand zoals ik. En dat ga ik haar binnenkort zeggen ook. Omdat het moed.

 

 

Geplaatst in Bijzonderheden

Midden Tussen De Mensen

Hokjes

Er wonen psychiatrische patiënten tussen De Mensen.
Echt waar. Misschien is uw buurvrouw wel hartstikke gek en hebben ZE dat nooit tegen u verteld.

Laatst was er een vreselijk bericht in het nieuws. Nu wordt het nieuws natuurlijk overspoeld met nare berichten. De wereld heeft hulp nodig. Soms trekt zo’n bericht mijn aandacht omdat het me raakt op een bepaald vlak. Dan moet ik er iets mee. En dan schrijf ik. Niet eens omdat het kan. Omdat het moet.

Zo is het u wellicht niet ontgaan dat er een man is vermoord. Hij is begraven in de tuin van de verdachte. Als ik zoiets lees, gaat er al automatisch een film in mijn hoofd spelen. Hoe dat is gebeurd, waar, hoe laat het was en wie er bij waren. Dat is niet altijd handig, want daar heb ik dan last van. Maar goed. Het is zo. Nu las ik in het nieuws dat het om een psychiatrisch patiënt gaat. Iemand die ambulant begeleid werd en in een oefenhuis woonde.

Zouden ZE (in dit geval bedoel ik DÉ media) het ook benoemd hebben als de verdachte een ernstige lichamelijke ziekte had? Hoe komt het dat de NOS met grote letters benoemt dat de verdachte een psychiatrisch patiënt is? Maar goed. In een psychose kunnen mensen verschrikkelijke dingen doen. Dus die link begrijp ik. Maar toen:

‘Niet alleen in Kloosterburen wonen psychiatrisch patiënten midden tussen de mensen. Keroazie heeft ook ‘oefenhuizen’ in andere plaatsen’.
Mensen. Er wonen psychiatrische patiënten MIDDEN TUSSEN DE MENSEN!

Want, voor het geval u het nog niet wist. Psychiatrische patiënten zijn geen mensen. Ik weet niet wat het zijn. Het zijn gewoon patiënten. Gestoorde figuren. En hokjesdenken is normaal, zo vindt DE wetenschap. ‘Categoriseren is simpelweg een efficiënte manier om de wereld te versimpelen’. En dat heeft hoogleraar Wigboldus onderzocht.

Als u maar weet dat u dat hokjesdenken nooit op een individu mag betrekken. De ene psychiatrische patiënt is de andere niet. Maar denkt u verder vooral lekker in hokjes. Iedereen denkt in hokjes. Ik ook. En ik zit nog steeds Midden Tussen De Mensen.